Babydekentjes uit het verleden
- ncspaans
- 3 dagen geleden
- 2 minuten om te lezen
Onderzoek en tekst: Mienke Simon Thomas

De oudste, bewaard gebleven, Leidse dekens zijn waarschijnlijk in de collectie van het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem te vinden. Het betreft enkele exemplaren die uit de tweede helft van de negentiende eeuw dateren. Echt heel oud is dat dus eigenlijk niet, als je bedenkt dat er vanaf 1580 dekens geweven werden in Leiden. Maar dekens, die vroeger, zoals alle textiel, een kostbaar bezit vormden, werden tot de laatste vezel opgebruikt. Het einde van hun leven sleten ze als dweil, als vulling van kussens of in de hondenmand.

De meeste in het Arnhemse museum bewaarde dekens zijn baby- of kinderdekens. De reden hiervoor zullen we moeten zoeken in het relatief korte gebruik van de dekentjes en de emotionele waarde die er aangehecht werd. Ze werden als dierbare herinnering bewaard en daarom niet voor andere doeleinden opgebruikt. Enkele van deze dekentjes zijn zogenaamde āpakdekensā. Dat zijn dekentjes waarvan een zijde is afgewerkt met biezen en soms ook is voorzien van een extra kanten laag. Sommige pakdekens hebben geborduurde initialen. De babyās werden in deze exemplaren stevig en warm ingebakerd om ze zo bijvoorbeeld tijdens het kraambezoek, of de doop, te kunnen vertonen.

Bij deze oudste kinderdekentjes verwijst alleen het kleine formaat naar hun specifieke doel. Ze hebben namelijk precies dezelfde kleuren en strepen als de dekens voor volwassenen in die jaren: wit met rode strepen, groen met zwarte strepen en rood met zwarte strepen. Er was nog geen sprake van kleuren of decoraties die speciaal naar babyās verwezen. Dat zou pas halverwege de twintigste eeuw gaan gebeuren.

Geen enkele van de Arnhemse babydekens heeft een merk of een etiket waarmee we een absoluut zekere Leidse herkomst van de dekens kunnen vaststellen. In principe kunnen de dekens ook uit Brabant of elders afkomstig zijn. Maar de binding, de afwerking en de verhouding tussen de dikte van de ketting en de inslag, verwijst wel degelijk naar de oorspronkelijke Leidse manier van dekens weven. Alleen het kleine mosgroene dekentje is vermoedelijk juist niet in Leiden gemaakt. Hier zijn de ketting en de inslag vrijwel even dik namelijk.

Op de eveneens uit het Arnhemse Openluchtmuseum afkomstige tekeningen is te zien hoe die zogenaamde pakdekens werden gebruikt.
Opmerkingen